Baarmoederhalskanker

Baarmoederhalskanker ontstaat in het slijmvlies van de baarmoedermond of -hals (het onderste deel van de baarmoeder dat uitsteekt in de schede (vagina). De belangrijkste symptomen van baarmoederhalskanker zijn bloedverlies na geslachtsgemeenschap en abnormale vaginale afscheiding. Dit gaat vaak gepaard met onder andere verlies van eetlust, gewichtsverlies, vermoeidheid en algehele malaise.

Behandelmethode

Bij baarmoederhalskanker zijn verschillende behandelingen mogelijk.

operatie
bestraling
chemotherapie

Het betreft vaak een combinatie van bovengenoemde behandelingen. Het medisch dossier wordt in een gespecialiseerd team van artsen en verpleegkundigen besproken waarna een behandelplan wordt gemaakt. De behandeling die ingezet wordt is afhankelijk van het stadium van de kanker, de grootte en vorm van de tumor, de leeftijd en de algemene gezondheid van de vrouw. Tevens is het verlangen om kinderen te krijgen in de toekomst van invloed op de behandelkeuze. De overlevingskansen van baarmoederhalskanker hangen af van het stadium waarin de ziekte zich bevindt.

Operatie

Is er sprake van baarmoederhalskanker in een beginstadium dan volgt vaak een kleine ingreep waarbij een kegelvormig stukje van de baarmoederhals wordt weggehaald. Hiervoor wordt vaak gekozen als blijkt dat het uitstrijkje afwijkt of wanneer een voorstadium van baarmoederhalskanker wordt vermoed. Bij deze ingreep (Conisatie) blijft de baarmoeder intact.

Bij baarmoederhalskanker in een verder gevorderd stadium wordt veelal gekozen voor de Wertheim-operatie. Dit is een zwaardere ingreep. De baarmoeder, een groot deel van het steunweefsel rond de baarmoeder en de lymfeklieren uit het bekken worden bij deze operatie verwijderd. De eierstokken kunnen vaak behouden blijven.

Bestraling

Bij baarmoederhalskanker in een verder gevorderd stadium volgt eerst bestraling op verschillende plekken: baarmoeder, eileiders, eierstokken, bovenste deel van de vagina en de lymfeklieren in het bekken.

Meestal vind bestraling inwendig en uitwendig plaats, vaak in combinatie met chemotherapie (en/of soms hyperthermie).

Chemotherapie

Bij baarmoederhalskanker wordt meestal chemotherapie gegeven in combinatie met bestraling om het effect van de bestraling te versterken (chemoradiatie). Bij een vergevorderd stadium van baarmoederhalskanker wordt deze therapie toegepast om klachten te verminderen of de ziekte af te remmen.

Als aanvulling bij de behandeling van Baarmoederhalskanker kan hyperthermie worden ingezet. Hierbij wordt het tumorgebied kunstmatig verwarmd naar 40 tot 43 graden. Deze verwarming gebeurt met radio magnetische straling (zoals een magnetron). Hyperthermie bij kanker kan succesvol zijn als deze in combinatie wordt gedaan met chemo- of radiotherapie.

Wilt u meer weten over de mogelijkheden voor een (operatieve) behandeling, neem dan contact met ons op om de mogelijkheden te bespreken.